50 jaar Alterno. Een gesprek met echte Alterno iconen (Niels )

Aftellen naar 27 juni 2023

Alterno bestaat dit seizoen 50 jaar. Daarom halen we herinneringen op met bepaalde (oud) Alternoten. Soms zijn het iconen van het eerste uur, soms Alternoten die zich hebben ingezet om de vereniging te maken tot wat het nu is. Ken jij ook zo iemand? Laat het weten aan activiteiten@alterno-apeldoorn.nl. In deze aflevering: Gesprek met Niels

Ik heb Niels al lange tijd niet meer gezien. Wat is hij nu aan het doen, wat houdt hem bezig…? Via Facebook weet ik hem op te sporen en hij is direct in voor een interview. Fijn. Hij volgt Alterno zeker nog en weet ook nog wie ik ben.

We maken een afspraak. Hij appt dat ik achterom mag komen, langs de hond in de kennel kan lopen, niet aaien, want hij bijt. Iedereen die mij kent, zal weten dat ik never nooit niet een hond zal aaien. Gelukkig doet Niels de voordeur open, dus hoef ik alsnog niet langs de hond. Even hartelijk als altijd, met een grote glimlach om zijn mond. Het jongensachtige is er af; hij is nu vader en dat zie je.

Na het zetten van een kop koffie, schuiven we om de ronde tafel in zijn gezellige woonkamer. Via de babyfoon hoort hij of Jens en Jurre rustig doorslapen. Inmiddels respectievelijk 2 jaar en 9 maanden zijn de jongens.

Niels is begonnen bij Dio Ugchelen. Daar kreeg hij training van Bert Brinkman, die zei: ‘Als je verder wilt komen, moet je naar een grotere club’. En zo geschiedde en koos Niels voor Alterno. ‘Ik begon bij de C-tjes. Inge Visser was toen onze trainster’.

Bij Alterno stroomde Niels door via de jongenslijn naar de heren. Niels: “Ik had niet veel talent, maar wel een enorme drive. Ik gaf altijd 120 procent, zodat ik nog kon afzakken naar de 100 procent. Ik had veel energie en ik wilde er hard voor werken. Daardoor kwam ik wel uiteindelijk in het 1e terecht.’

Trainer Niels

Veel jongens hebben trainen gehad van Niels. Hij blikt terug en kijkt nu met andere ogen naar zijn handelen destijds. ‘Ik was best hard, soms misschien wel iets te hard. Ik verwachtte van de kinderen (10-12 jaar) zeker zoveel inzet als dat ik zou geven. Meer dan 100%. Nu besef ik dat het toch ook nog maar kinderen waren. Dat inzicht is er nu’.  Hij heeft wel heel veel plezier gehad tijdens deze periode en glundert als hij ziet dat een paar jongens het ver hebben geschopt, zoals de gebroeders Niek en Sjors Tijhuis. Ook andere jongens zijn verder gekomen dan dat hij ooit had verwacht. Een beetje trots is hij wel.

Als trainer van de mini’s ging hij ook een aantal jaren mee op mini-kamp. Totdat het goed was, hij noemt het zelf: Ik was uitgeblust, te druk, het nieuwe was eraf. Maar wat zullen velen hem herinneren als die altijd vrolijk energieke, drukke trainer. ‘Met name veel plezier hebben we gehad. Mooie jaren’.

Dat wijsheid met de jaren komt…; Ik heb destijds ook nog weleens iets geroepen vanaf de tribune bij Dames 1 wat écht niet kon. In die tijd vond ik dat ik alles wel kon schreeuwen, maar ik besef nu wel dat er toen geen grenzen waren voor mij’. Ook dat typeert Niels.

Ik meende dat Niels voor de klas staat, maar dat is niet zo. Tijdens de opleiding PABO, liep hij vast met studeren. Er werd, heel verrassend, ADHD gediagnostiseerd. Daardoor vielen een aantal dingen op hun plekje. Hij is uiteindelijk naar de Politieacademie gegaan en is nu hondengeleider bij de politie. Oh, denk ik, vandaar die hond, kennel, niet aaien en bijten. Niels weet hier uitgebreid en vol passie over te vertellen. ‘De hond is ter ondersteuning van collega’s op straat. De surveillancehond kan ingezet worden als geweldsmiddel en zal dan bijten, maar kan ook functioneren als opsporingsmiddel. Hij kan bijvoorbeeld inbrekers vinden die zich hebben verstopt, maar hij kan ook goederen vinden die zij bijvoorbeeld hebben weggegooid’.

Hij haalt mooie verhalen aan. Hij vindt dit mooiste beroep binnen de politie. Ik zie dat aan hem. Hij vertelt hier enorm enthousiast over.

Mis je Alterno en de kinderen?

Hij geeft nog met regelmaat les bij de politie op het gebied van een soort uitgebreide EHBO, maar dat is van heel andere orde. ‘Nee, ik mis het niet. Tijdens de laatste jaren van het trainen geven, merkte ik dat ik mezelf niet meer kon zijn. De leeftijden van de jongens in de D werden aanzienlijk lager en de mini’s stroomde steeds sneller door. De aanpak die ik had werkte goed bij kinderen met een D leeftijd, maar voor de E leeftijd was mijn aanpak te hard en ik moest dus op een manier gaan trainen geven die niet bij mij paste. Tja… moet je er een punt achter zetten. Mooie tijd, maar goed zo’. Doorstromen als trainer van JA was een optie, maar het bestuur meende een externe trainer te moeten aannemen. Einde trainers carrière voor Niels.

Eigen volleybal

‘Ik was geen groot talent, maar werkte keihard. Gaf altijd alles. Maar toen de promotie naar de eredivisie daar was, was ik niet goed genoeg. Ik mocht naar het 2e. Heren twee speelde toen 3e divisie en dat verschil vond ik toen te groot. Daar had ik even geen zin in en ben gestopt. Ik ben toen weer karate gaan doen, waar ik tot mijn 16e ook aan had gedaan. Dit betreft een individuele sport en de trainingen en wedstrijden waren een stuk vrijblijvender en dat gaf wel rust’.

‘Maar ik heb wel een hele mooie periode gehad in Heren 1, onder leiding van Paul ten Broeke, Gert Veldhuis en samen met Matthijs Mast. Veel kwaliteit was aanwezig en we zweepten elkaar op. Niet normaal eigenlijk’. Deze periode zou hij zo weer overdoen. ‘De sfeer van toen, de verbondenheid, de vriendschap en allemaal de neus dezelfde kant op en iedereen kent iedereen … als je je verveelde, ging je naar het clubhuis. Daar ontmoette je altijd iemand waarmee je een praatje kon maken en een biertje drinken’.

Vissen

Ooit nam Niels een rookton mee naar de Alternohal. Zijn eigen gevangen forellen werden ter plekke gerookt en verkocht. ‘Mooi handeltje. En ik had zo’n plezier in het vissen’. Ik verbaas me erover. Voor mij een groot contrast. Toch wel een druk iemand (blijkt wel na de ADHD vaststelling), die dan rustig aan de waterkant gaat zitten vissen. Slaapverwekkend in mijn ogen. ‘Nee’, zegt Niels, ‘Vissen is juist heel spannend. Enerzijds geeft het rust door de focus, maar eigenlijk is het ook héél spannend, want ieder moment kan er iets gebeuren. Ik noem dat ‘vangdrang’. Ik begin het te snappen.

In dit verlengde haal ik een herinnering aan van mijn dochter over een training van Niels. Hij had schijnbaar ooit een vishengel gemaakt met een volleybal eraan om tijdens de training te gebruiken om te leren aanvallen. Dat wilde mijn dochter ook wel. Niels kan het zich niet meer herinneren, maar ziet het zichzelf wel doen.

Reptielen

Op Facebook zag ik regelmatig reptielen van allerlei pluimage voorbij komen. ‘Heb jij die nog?’, vraag ik. ‘Kijk eens achter je’. Ik schrik, oeps. Ik ben niet echt een liefhebber van dat soort dieren. Maar er staat een mooi verlichte bak met maar liefst 4 slangen erin. Een tijdje heeft hij niets meer gehad, maar het begon toch weer te kriebelen. Hij doet het schuifruitje open en port wat in de bodem. Ik moet toegeven: mooi gekleurde slangen krioelen door de bak. Als ze daar maar blijven! Het zijn Kousebandslangen’, of voor de liefhebbers ‘Thamnophis Sirtalis Infernalis”

Wim Aldershof

Niels moet het volgende nog even kwijt. ‘Ik heb ontzettend veel geleerd van Wim, destijds mijn trainer van JA. Hij zei : ‘Om een team te smeden, spelers te verbinden met elkaar en om de neuzen dezelfde kan op te krijgen moet je oog hebben voor elkaar en daarom werden wij geacht om elkaar altijd te begroeten door elkaar een hand te geven. Dit voelde in het begin wat ongemakkelijk, maar al snel behoorde dit tot de cultuur binnen het team. Dus iedere training gaf je elkaar een hand. Je werd vanzelf een team door contact te maken met elkaar. Ik vond dat gruwelijk mooi en paste dit ook toe binnen de jongensteams die ik trainen heb gegeven. Beter goed gejat, dan slecht verzonnen’. Een mooi compliment aan Wim, ook een fijne trainer. ‘Ik kan mij nog goed de wedstrijd van open club JA in de finaleronde herinneren. Wij speelden tegen een team dat in mijn ogen net een maatje te groot was voor ons, maar door het tactische wisselbeleid, wist Wim toch de winnende set naar onze kant te slepen. Ook is mij nog bijgebleven dat ik tijdens de laatste wedstrijd de beslissende bal een halve meter achter de achterlijn sloeg en hierdoor zorgde ik er op dat moment voor dat ons openclub verhaal ten einde kwam. Ik zat vol emotie en meerdere scheldwoorden verlieten mijn mond. Ik was woest op mijzelf en ik kon mij goed voorstellen dat bij de fanatieke teamgenoten en bij Wim het gezicht ook op onweer zou staan. Toen ik vervolgens richting Wim keek was ik stomverbaasd. Hij keek lachend mijn kant op. Ik had hierdoor echt een error in mijn hoofd, maar heb dit als erg prettig ervaren. Ook deze actie heb ik in die tijd meerdere malen van hem gejat’.

Niels, dank voor je openheid, je mooie woorden, je glimlach op je gezicht. Eigenlijk ben je niet veranderd, behalve volwassen geworden. Vader van 2 kinderen, waar je supertrots op bent en met liefde over praat. Ook nog even een foto van je vrouw. Een en al liefde. Enthousiast ben je gebleven, over alles wat je met passie doet en wat je bezighoudt. Een mooi mens. Fijn dat ik bij je langs mocht komen en zien hoe het met jou en je gezin gaat.

Eerdere afleveringen van Alterno-iconen:

Jos Mulder, Erwin van Amersfoort, Marga Tijssen, Ronald Dros, Rien Scholten, Patricia Leerkes, Bert Beernink, Rob en Melanie van den Dool, Gert Weterkamp, Inge Visser, Marloes Zinnemers, Mieke en Theo Roelofs

Monique Nijhof

Deze pagina is voor het laatst geupdate op 2 maart 2024 door Peter Bredenoort
Share Button